Bloemallure

Ik mis de bloemenman in de Grote Marktstraat. Ja, het is al lang geleden, maar in de dagen dat er nog V&D op de gevel van Hudson’s Bay stond, klinkers het trottoir sierden, de Nieuwe Passage slechts op de tekentafel lag en Amsterdam nog van mening was hun Noord/Zuidlijn sneller te bouwen dan Den haag zijn tramtunnel, stond dagelijks een bloemenman zijn felgekleurde boeketten aan te prijzen vanuit een klein bouwwerk tegenover Hans Anders. Hij stond daar prima, al kon niemand ontkennen dat de directe omgeving in zijn geheel een wat chaotische, misschien zelfs verwaarloosde indruk maakte. In dit decor zetten de gemeentearchitecten zich aan hun tekentafel en toen zij hun eindplannen presenteerden, bleek de toekomst voor de bloemenman weinig rooskleurig. De Grote Marktstraat moest een boulevard van internationale allure worden: het Parijs der Lage Landen met zijn Avenue des Camps-Élysées aan zee. In deze mondaine visie was geen plaats meer voor een bloemenboetiek. Toch bleef de bloemist optimistisch. Natuurlijk wilde hij liever niet van wijken weten, maar misschien was er nog een plekje voor hem op het Rabbijn Maarsenplein. De maanden vorderden echter meedogenloos, de werkzaamheden lieten de vaste grond rond het stalletje steeds verder de aftocht blazen, maar uitzicht op een nieuwe stek kwam er niet voor het bloemenstulpje. Zo verdween de kleine, fleurige nederzetting definitief richting het erfgoed van ons gemeentearchief.

De gedroomde boulevard kwam er, zij het met enige aanpassingen in het zwevende lichtplan. Voor de bloemenman bleek dus geen plaats meer, maar wie zich op een uitnodigende winkelmiddag tussen het publiek van de Grote Marktstraat begeeft kan zich, naast de geplande aankopen in één der vele kledingrijke warenhuizen, eveneens een volledig nieuw telefoonabonnement laten aanmeten, minimaal twee dagbladen in huis halen, een maandelijks gokje wagen in onze Staatsloterij, tussen twee aankopen door terloops overstappen op een nieuwe energieleverancier, een vaste donatie schenken aan meerdere goede doelen en een bijdrage leveren aan het levensonderhoud van de lokale straatmuzikant. Daarnaast rijdt op gezette tijden een bus de boulevard op, waaruit een volledig Gospel koor u de kans schenkt zich te bekeren tot hun visie op het ware geloof. Maar mocht u zichzelf of een ander willen verwennen met een bos geurige ruikers, dan zijn deze alleen nog te vinden in de schappen van de supermarkt, want voor de bloemenman was dus geen plaats meer in de straat. Iets met allure. Ik zei het u, geloof ik, al eerder. Maar wat is er nou eigenlijk internationaler dan bloemen? En als u mag kiezen tussen een internationale wandelboulevard vol schreeuwerige straatverkopers, of een winkelstraat met vrolijke bloemenstal, waar gaat uw voorkeur dan naar uit?

Kortom, hier ligt een kans voor de nieuwe gemeenteraad: jaag de straatverkopers van de natuursteenstraattegels en geef de bloemenman zijn plek terug. Schuif daarnaast de stroopwafelkraam weer naar de ingang bij de Bijenkorf. Als de gemeenteraad het écht aandurft zich te profileren, openen ze op gezette tijden zelfs een pop-up coffeeshop om de eerste resultaten van de gereguleerde wietteelt uit te testen op de doelgroep. Als dát Den Haag niet internationaal op de kaart zet…

Leave a reply