DEN HAAG – “Maar mama, waar zijn de wapens nou?” Een klein jongetje kijkt met vragende ogen op naar zijn moeder. Zij zwijgt. Om hen heen banen tientallen belangstellenden zich een weg door flets verlichte gangen van de monumentale hospitaalbunker aan de Haagse van Ouwenlaan. “Dit gebouw had toch met oorlog te maken?”, jammert het jochie verder. “Zonder wapens is het geen oorlog!”. Een glasheldere kinderconclusie.
Voor het tweede opeenvolgende jaar opende de Stichting Europees Erfgoed Atlantikwall de gepantserde poorten van een aantal bunkers uit de Tweede Wereldoorlog. Dit tot grote vreugde van duizenden belangstellenden. En lichte verbazing van de organisatie: “Tijdens Monumentendag konden de mensen ook hier terecht. Maar toen kwam er geen kip”, vertelt een vrijwilliger bij de ingang aan de Van Ouwenlaan. De hospitaalbunker kan de toegestroomde massa echter moeiteloos verwerken. Voor de commandobunker aan de Badhuisweg, beter bekend als Atlantikwall Museum Scheveningen, vormen zich echter lange rijen. Maar wachten loont de moeite: in korte tijd geeft dit museum een representatief beeld van het dagelijks soldatenleven rond een Haagse bunker.
Enkele kilometers verderop, achter het Atlantic Hotel op Kijkduin, bevindt zich de onlangs uitgegraven ingang van een gangenstelsel onder de duinen. De gangen waren bekend: deze maakten deel uit van een verzameling geschutposten, bergplaatsen en manschappenbunkers onder het Westduinpark. De zijingang achter het hotel werd pas vorig jaar ontdekt. “Men kwam deze tegen bij de herinrichting van de duinen”, weet een vrijwilliger. “Nu gaan we kijken wat de mogelijkheden voor de toekomst zijn”.
Leave a reply
You must be logged in to post a comment.