
“Volgens mij ruikt hij ons gewoon”, zei het meisje tegen haar aspirant corpszusters. Voor me stonden vier jonge meiden van het type Zeeuws Meisje: golvend blonde haren en bolle appelwangen. Rechtstreeks van het land, vers ingeblikt door het lokale corps. Ik gaf aan dat het wel meeviel met die stank. “Zware nacht gehad?” vroeg ik. “Weinig slaap”, beaamde ze. “Laat me raden: ontgroening?” Ze knikte. “Waarom?” vroeg ik met dramatische ondertoon. “Je moet toch ergens bij horen in je studententijd?” was het ietwat ontnuchterende antwoord. “En de ontberingen versterken de onderlinge band”. Deze zin voerde mij terug naar mijn eigen studententijd, waar ook in mijn klas een drietal studenten zich door een breed scala aan ontgroeningsrituelen heen worstelde...
Lees meer