“Snapt u dat nou?’ vroeg een kittige, kortgeknipte grijze dame voor een winkelpui in de Grote Marktstraat, haar ogen strak op mij gericht. “Ik vrees dat ik niet de juiste man ben voor uw levensvragen”, reageerde ik licht verbouwereerd. Het deed haar glimlachen. “Zo erg is het niet hoor”, sprak zij op kalmerende toon. “Het zit zo: ik had mijn scootmobiel keurig langs de muur geparkeerd. Ik ben even deze winkel ingegaan en nu staat hij midden op de stoep! Straks lopen de passanten hem nog kapot. Kunt u deze tas even vasthouden? Dan zet ik mijn wagentje in zijn achteruit.” De dame overhandigde haar plastic draagzak en stapte kwieker dan verwacht op het voertuig. Behendig reed zij het karretje terug naar de muur en constateerde tevreden dat alles nog naar behoren functioneerde.
Lees meerCategorie Entertainment
“Mijn God, wat is dit? Een kampeerplaats voor dooien of zo?” Aan de rand van het grafveld stond een klein, dik, ietwat kalend en bebrild mannetje aan de verkeerde kant van zijn veertiger jaren. Zijn vale, mintgroene jas had ogenschijnlijk fellere tijden gekend en ter vervolmaking van zijn zelfgekozen karikatuur droeg hij een grijze, tot de draad toe versleten rugzak op zijn buik. Handenwrijvend wandelde hij het veld op, gelijk iemand die het als een persoonlijke prestatie ziet nog horizontaal boven deze plek verheven te zijn.
“Hé Lex, zie je dat? Een bord van de HTMC. Nu snap ik waarom we de laatste keer zo lang op de taxi moesten wachten!” Achter de heg staarde een rijzig, doch ietwat sullig gestalte naar zijn partner op het grafveld...
Lees meerNog voor de treindeuren zich goed en wel konden openen, sprong de Herdershond met een sierlijke boog het perron op. “Lekker hè, vaste grond onder de voeten”, sprak ik het dier toe. “Dat is het niet”, pareerde de rechtmatige eigenaar mijn aanname. “Hij heeft gewoon veel lol in het in- en uitstappen.” Voor ik kon reageren en de hond kans zag zijn kunstje te herhalen, sleurde zijn baas hem richting stationshal.
De trein was inmiddels leeggestroomd, dus traden wij binnen. Ons voorbeeld werd gevolgd door een tweetal waarvan ik met één blik besloot dat zij voorzitter moest zijn van een studentenvereniging. Haar blonde haren droeg zij met een lichte slag tot iets onder haar nek. Ze was slank, maar in het gezicht pronkten twee appelronde wangen...
Lees meer“Ik herinner me wel dat ik eens met jou en je moeder naar het ziekenhuis ben geweest. Waarom en wanneer? Geen idee!” Nou, ik wist het nog wel. En nu mijn gesprekspartner dit minuscule jeugdtrauma aan de vergetelheid van mijn herinnering onttrok, zag ik de details van deze oude film weer glashelder op het netvlies.
Het was in het prilste begin van de jaren negentig dat mijn vader, op zijn vrije maandagavond parttime zweminstructeur, na enkele uren lesgeven thuiskwam, met in zijn hand een paar stoere schoenen en de vraag “of dit misschien iets voor mij was”. Mijn blik moet gretig zijn geweest, daar ik, dankzij een vormfout in de voeten, al sinds het zetten van de prilste stapjes veroordeeld ben tot het dragen van orthopedisch verantwoord schoeisel...
Lees meer“Weet je waar ik trek in heb?”, vroeg mijn eega deze zondagochtend vanuit het niets. Nog voor ik de mogelijkheid kreeg deze kwestie tot mij door te laten dringen, laat staan een lijst van aannemelijke lekkernijen op te stellen, beantwoordde zij het zojuist opgeworpen vraagstuk zelf: “Een patatje. Zo’n lekker vet patatje! Wil jij ook iets?” Het was kwart voor elf. De toevoeging aan mijn adres was dan ook retorisch, inclusief licht spottende ondertoon.
Mijn vrouw verbaast zich namelijk al gedurende ons hele samenzijn over één van mijn vele vreemde eigenschappen: ik snack niet voor het middaguur. Deze merkwaardige karaktertrek dank ik aan mijn studententijd, om exacter te zijn het dagbladsimulatievak Deadline...
Lees meerLoes was er ineens, net zo onverwacht als de openingszin van deze ode aan een oud-klasgenote. Haar deelname aan de film van mijn geheugen start op de sombere maandagochtend na een herfstvakantie aan het eind van de jaren negentig, waar haar plotselinge aanwezigheid in het biologielokaal een spontane opklaring van een tot dan toe triest voorziene dag beloofde.
Loes was ingedeeld in onze Havo klas, maar aan haar uiterlijk waren de sporen van een hoger beoogde opleiding nog duidelijk af te lezen. Ze brilde, was minimalistisch in make-up en haar kledingstijl was verzorgd, doch niet per sé hip. Loes kletste wel, maar giechelde weinig en scoorde met al deze eigenschappen hoge punten op mijn lijstje met ideale karaktertrekken voor potentieel relatiemateriaal.
Die eerste ochtend zetelde ze schuin...
Lees meerIn de stad zo vol verlaten zielen
ga ik aan iedereen voorbij
De professoren, de debielen,
geen mens bekommert zich om mij
Want in de stad, zo vol verlaten zielen
Voelt men de dagelijkse druk
van juiste plaatjes en profielen
Op de rotonde naar geluk
Ik voel de aandrang om te gillen:
“Wie heeft dit jullie aangedaan?
Alles te moeten en te willen?”
En dan de nacht weer in te gaan
Maar in de stad, zo vol verlaten zielen
Daar is men bang voor ’t vrije woord
Nog voor de boodschapper kon knielen
werd zijn protest voorgoed gesmoord
Mijn rol verandert voor de natie
van anoniem naar deserteur
Blikken vol haat en irritatie
Men vindt mijn woorden slechts gezeur
Moet ik soms kwaad met kwaad vergelden?
Wat liefde in hun hersens slaan?
Tot slot een laatste keertje schelden
Om zo de nacht weer ...
Mijn neef werkt bij de Egbert Haan; een kleine kruideniersketen in het Zuidwestelijk deel van Noordoost Nederland. Doorgaans verricht hij zijn werkzaamheden in de keldergewelven van het eens zo statige warenhuis “Het Wespennest”, maar enkele maanden geleden werd zijn dringende assistentie voor enige weken verzocht bij een filiaal in zijn woonwijk Zuidbos.
Wat ten grondslag had gelegen aan zijn tijdelijke overplaatsing wist hij niet exact, maar uit de wandelgangen vernam hij dat het iets moet zijn geweest met twee ambtgenoten die de opdracht “strings sorteren in het telkantoor” te letterlijk hadden opgevat...
Lees meerDEN HAAG – De boom staat nog in de kamer, maar de vraag “waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?” dringt zich al langzaam aan ons op. De laatste dagen van het jaar worden vooral gebruikt om terug te kijken op de voorbijgegleden twaalf maanden. Op tv strijden Youp en Guido om Neerlands gunst, maar de Haagse regio heeft Sjaak Bral. Voor de achttiende keer op rij zegt deze cabaretier “Vaarwel” tegen het afgelopen jaar. “Ik ben er op een hele rare manier ingerold, maar daardoor heb ik wel leren zwemmen.”
Je bent begonnen als stand up comedian. Wanneer kwam het moment dat je dacht: “de oudejaarsconference is wel iets voor mij?”
“Als stand up comedian verzin je de hele dag grappen...
“Vind jij een zwangere vrouw dan niet schitterend?” De toon in de vraag die collega Stephanie mij stelde liet geen ruimte voor een ontkennend antwoord. De ogen van de daadwerkelijk zwangere Iris evenmin. De tijd die ik nodig had om zowel vraag als beeld op mij in te laten werken, was voor beide dames reden genoeg de eindconclusie vast te trekken. “Hoe kan je een zwangere vrouw nou niet mooi vinden?”, beet Stephanie me toe. Ik moest toegeven: het was een goede vraag.
Mijn vriendenkring bevalt steeds beter...
Lees meer