“Het was een mooi boek, maar het is nu dicht”, zei Freek berustend. Een kort moment van stilte volgde, waarna het gesprek al snel overging op de meest recente beslommeringen van het zo geplaagde RandstadRail.
Freek werkt voor de Haagse plantsoendienst. Elke ochtend stapt deze begin vijftiger om 06.30 uur RandstadRail 4 binnen op de Bouwlustlaan. Freek kent iedereen en iedereen kent Freek. Zijn vriendelijke groeten en dialogen met medereizigers vullen elke ochtend de wagons van de nog half slapende tramstellen met vroege forenzen en overige werknemers. Freek wordt ervan verdacht een rasoptimist te zijn. Als hij ’s ochtends in de regen naar zijn werkt vertrekt, merkt hij op dat de natuur een mooie dag tegemoet gaat.
Freek deed ‘het’ met Anita, een typisch voorbeeld van iets te veel mannelijke hormonen en een tikje te weinig IQ. Anita is gezegend met een tenger lijf, maar zet zevenmijlsstappen waar menig bouwvakker jaloers op wordt. Elke ochtend stapt deze begintwintiger om 06.40 uur RandstadRail 4 binnen op de Dierenselaan. Daar beent ze richting het bankje van Freek en hun gebundelde stemgeluid vult vervolgens de wagons van de nog half slapende tramstellen met vroege forenzen en overige werknemers.
Ook Anita werkt bij de plantsoendienst, waar ze samen met Freek de vervuiling langs de Haagse waterkanten aanpakt. Hun werkoverleg vindt elke ochtend plaats op de bankjes van het tramstel, waar Anita uitgebreid blijk geeft van haar niet al te hoge IQ.
“Vandaag pikken we het vuil op rond de Valkenboskade”, dicteert Freek. “Maar we beperken ons tot de waterkant, niet de straat.”
“Dus de straat doen we niet?”, vraagt Anita.
“Nee, die laten we met rust. We doen alleen de waterkant.”
“Alleen de waterkant?”
“Ja, alleen de waterkant!”
“Maar ik dacht dat we ook de straatkant moesten doen?”
“Nee, we doen alleen de waterkant!”
“Oké… Dus alleen de waterkant?”
Freek en Anita hadden het goed samen. Tijdens de vrijdagochtendritten bespraken ze de uitgaansplannen die de oude bok met zijn jonge snoepje had, en op maandag gonsde de vroege tram van de wilde weekendverhalen. Tot deze week. “Ach ja, ze had al langer een oogje op die Bas”, zei Freek berustend voordat zijn ex geliefde op de Dierenselaan binnenstapte. “We blijven in elk geval goede vrienden.”
Op de Dierenselaan stapte Anita binnen en als vanouds beende de tengere tante naar het bankje van Freek. Daar deelden ze met elkaar de verhalen van hun eerste gescheiden weekend. Na enig aarzelen vertelde Anita datgene wat haar dit weekend had beziggehouden en waar Freek al bang voor was. “Misschien moet ik me laten overplaatsen naar een andere afdeling.” “Misschien is dat voor alle partijen inderdaad het beste”, reageerde Freek. Optimistisch voegde hij daar aan toe: “Dat geeft iedereen een beetje rust.”
Na deze woorden bleef het opvallend stil in de RandstadRail 4 van 06.45. Alleen de echo van Freeks eerdere woorden klonken nog een beetje na. “Het was een mooi boek, maar het is nu dicht”.
Leave a reply
You must be logged in to post a comment.