Reactiefelheid

Precies op het moment dat de kleine, breedgeschouderde man de slagerij aan de Veenkade binnenstapt, begint het hondje van de dame die al op haar bestelling wacht hartstochtelijk te blaffen. In een reflex doet de man een stap terug, waardoor de aanleiding voor dit felle gekef ook voor de overige aanwezigen zichtbaar wordt: voor de ingang van de voormalige bibliotheek aan de Bilderdijkstraat loopt nog zo’n gedrocht met net eenzelfde viervoetig scharminkel aan de lijn. De man maakt zijn rentree in de winkel, kijkt daarbij naar het hondje en zegt dan: “Felle beestjes hoor, die Jack Russels.”

“Nou…”, begint de eigenaresse van de kleine keffer aarzelend, maar de man onderbreekt haar voor ze een tweede woord kan uitbrengen: “Praat me er niet van! Jaren geleden kreeg ik van mijn collega een cavia cadeau. Hij dacht dat zo’n beestje leuk gezelschap zou zijn voor mijn zoontje. Dus ik met mijn vrouw naar dat dierenparadijs aan de Kerketuinenweg waar we een kooi en een paar kilo van dat knaagdierenvoer inladen en ‘s avonds parkeer ik het hele zooitje op de kamer van mijn zoon. Nou, die blij, natuurlijk, maar de lol was van korte duur, want na twee dagen begint dat beest me toch te stinken! Dus ik die cavia weer opgepakt en een plekje gegeven in de huiskamer. Meer ruimte en meer frisse lucht voor zo’n beestje, dus dan zal het met die stank wel meevallen. Tenminste, dat dacht ik. Maar binnen een week was de lucht in onze huiskamer niet te harden! Dus ik verban dat hele circus naar de gang. Maar ja, daar stonk die cavia óók en daarbij vond ik het toch wel zielig voor dat beestje.

Dus zoek ik op een vrije dag wat goede moed bij elkaar en timmer in onze tuin een hok, want ik verrotte het om opnieuw naar die Kerketuinenweg te gaan. Goed, dat hok komt af, cavia er in en iedereen blij. Tot mijn zoontje dat beest op een dag loslaat in de tuin en die zwabber onder een stapel houten pallets schiet die ik in een hoek van mijn tuin had opgestapeld. Vanaf dat moment was hij niet meer van die plek weg te rammen. Eten en rondhuppelen deed dat beest in de tuin, maar zodra hij door had dat wij wat van hem moesten, schoot hij pijlsnel onder die pallets. Dus hebben we het zo gelaten. En dat ging eigenlijk ook prima, tot mijn zwager en zijn hond een paar weken later onaangekondigd en onaangelijnd ons terras oplopen. En dát had die cavia niet snel genoeg door… Nee, het zijn felle beestjes hoor, die Jack Russels!”

“Nou”, reageert de eigenaresse van de kleine keffer nu een stuk kordater dan de vorige keer, “Dit is een Chihuahua!” De man richt nu zijn blik opnieuw naar het scharminkel op de grond en reageert dan op vergoelijkende toon: “Ach ja, dat zijn anders óók hele waakzame hondjes!”

De vrouw negeert de opmerking volledig, pakt haar viervoeter van de vloertegels, aait hem liefkozend over het bolletje en vraagt dan op bijna kinderlijke toon aan de slagersdame: “Ah, mag de kleine misschien een plakje worst?”

Leave a reply