Mijn neef werkt bij de Egbert Haan. Het stof der eeuwen dat onbarmhartig neerdaalt op de keldergewelven van zijn werkomgeving in het eens zo statige warenhuis ‘Het Wespennest’ lijkt de slag om de inventarische vergrijzing elke dag een beetje meer te winnen van kwaliteitsmedewerker Mario. Deze schoonmaker, een vermoeide, kalende Italiaan met doffe ogen, was in betere dagen een hooggewaardeerd pizzabakker in Sicilië. Een warmte allergie, gecombineerd met een milde midlifecrisis, dwong hem af te reizen naar het kille Scandinavië, doch na de hartelijkheid die hem ten deel viel bij zijn tussenstop in het Zuidwestelijk deel van Noordoost Nederland, besloot hij zich definitief in dit gebied te vestigen.
In zijn zoektocht naar inkomen stuitte Mario op de vacature voor kwaliteitsmedewerker bij Egbert Haan. Na een stressvolle carrière vol stomende pannen, smeulende houtovens en klagende clientèle, leek dit hem de rustgevende dagtaak waar zijn gebroken lichaam zo reikhalzend naar uitkeek. Het bleek een inschattingsfout. Dankzij geringe interesse voor het kwaliteitsmedewerkerambt, wordt elke schoonmaker bij Egbert Haan onderworpen aan een eindeloos takenpakket, welke door kaderleden smalend “uitbuiten en opnieuw beginnen” is gedoopt. Mario ondergaat zijn lot vooral zuchtend. Hij start ’s ochtends zuchtend met een kop koffie, wisselt daarna zuchtend de handdoekrol in de kantine, voegt enkele puf en hijggeluiden toe aan zijn repertoire bij het schoonmaken van de toiletten en als de winkel klokslag acht uur opent, begeeft hij zich, uiteraard zuchtend, naar de ingang voor het dweilen van de vloer.
Deze schoonmaakronde rond de kassa houdt hij vol tot half tien, waarna hij zich zuchtend richting kantine sleept voor een eerste koffiepauze. Dit is het hoogtepunt van zijn dag. Opmerkelijk kwiek voorziet hij zichzelf van een instant espresso en gezeten aan de kantinetafel ontvalt hem, na het proeven van de eerste slok, een extatische zucht waarbij al zijn persoonlijk leed in één slikbeweging van hem af lijkt te glijden. Dit verblijf in hogere sferen duurt op de kop af tien minuten, tot een putdiepe zucht het eindsignaal laat klinken van zijn ingeblikte vrijheid.
Het volgende deel van zijn werkdag benut Mario voor het schoonmaken van de sinaasappelsappers. Dit apparaat maakt het Egbert Haanklanten mogelijk in ieder filiaal verse jus d’orange te tappen, maar om het predicaat ‘gezond’ ook daadwerkelijk te behouden, moet de machine iedere dag grondig gereinigd. Tot voor kort gebruikte Mario hiervoor de schoonmaakstraat van de kaasafdeling, maar nadat een sinaasappelpittenverstopping deze afvoer vlak voor Kerst buiten bedrijf stelde, kreeg hij van hogerhand de opdracht zijn sinaasappelschoonmaaktaak op een andere plaats uit te voeren. Verre van uit het veld geslagen vond hij een nieuwe werkplek in de wastafel van het invalidetoilet.
De vaag oranje massa werd geleidelijk en onder borrelend protest verzwolgen door het afvoerputje van de kantine
Zes maanden lang deelden Mario en zijn wastafel lief en leed, tot twee weken geleden de hoofdpomp van het afvoersysteem in de vroege morgen vreemde alarmsignalen uitzond. De met spoed geraadpleegde loodgieters van de ASZNN, de Afvoer Service Zuidwestelijk Noordoost Nederland, konden echter geen vreemde afvoerafwijkingen constateren en keerden aan het eind van de ochtend onverrichter zaken huiswaarts. Twee uur later maakte een vaag oranje substantie zich meester van de wasbak in de kantine. “Dit was echter nog niet het sein voor mijn filiaalmanager om de ASZNN terug te bellen”, sprak mijn neef dit weekend tijdens een stormachtige familiebarbecue.
Het werd Mario die deze schoonmaakklus, enigszins zuchtend, zou uitvoeren. De kwaliteitsmedewerker nam twee liter gootsteenontstopper uit het schap, kookte een ketel water en probeerde met dit mengsel de gootsteen te overtuigen zijn doorlopend arbeid te hervatten. “Blijkbaar gaat dat water tóch ergens heen”, merkte broodmeisje Cindy na enige minuten op. Ze had recht van spreken, want de vaag oranje massa werd geleidelijk en onder borrelend protest verzwolgen door het afvoerputje van de kantine.
De volgende ochtend kwam de tijdelijke aard van deze oplossing pijnlijk bovendrijven. Een onophoudelijke stroom van oranjekleurig vocht en sinaasappelpitten vulde, vanuit de afvoerleiding van de vaatwasser, de Egbert Haankantine. Gezwicht voor de boosaardige blikken van zijn superieuren, pakte Mario zuchtend zijn jas en vertrok naar ‘De Specerijton’, de drogist aan de overkant, om extra dweilen en emmers in te slaan. Een half uur later belde hij op, om per direct wat Persoonlijk Vrije Tijd op te nemen.
“Dat was wél het sein voor mijn filiaalmanager om de ASZNN terug te bellen”, glimlachte mijn neef aan het eind van zijn betoog. “Dat méén je niet!” riep ik in opperste verbazing. Mijn neef pakte een blikje Bacardi cola uit zijn tas, wierp mij een tweede exemplaar toe en sprak: “de waarheid is soms gekker dan jij hem kan verzinnen!” Wij proostten en namen een slok van zijn welverdiende Bacardi cola…
Leave a reply
You must be logged in to post a comment.